In de Nederlandse watertechnologiesector worden tot 2020 zo’n 5.000 vacatures verwacht. Dit heeft enerzijds te maken met vervangingsvraag, 28 % van de medewerkers is nu boven de 55 jaar, en anderzijds met uitbreiding van de sector. Niet-vakinhoudelijke vaardigheden als strategisch denken en commerciële drive worden steeds belangrijker voor het technisch personeel. Het zijn enkele conclusies uit het onderzoek ‘Vraag en aanbod arbeidsmarkt watertechnologiesector’. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van onder meer WaterCampus-partners CIV Water, Wetsus, de Water Alliance en het Centre of Expertise Water Technology (CEW).
De Nederlandse watertechnologiesector behoort internationaal tot de top. Het vasthouden van deze positie vraagt onder meer om een goed opgeleide beroepsbevolking met voldoende vakbekwame technici. In 2013 becijferde het Ministerie van Economische zaken dat er tot 2020 in de totale watersector, bestaande uit maritieme technologie, deltatechnologie en watertechnologie, 40.000 vacatures zouden ontstaan. Om beter inzicht te krijgen in de specifieke situatie van de watertechnologiesector, besloten diverse stakeholders uit deze sector om aanvullend onderzoek te laten verrichten. Empower People kreeg hiertoe de opdracht.
Enkele belangrijke conclusies uit het rapport ‘Vraag en aanbod arbeidsmarkt watertechnologiesector’: 76% van de medewerkers in de watersector is man. Er is sprake van vergrijzing: 61% van de medewerkers is ouder dan 45 en 28% ouder dan 55 jaar. Uitgaande van 27.500 fte in de sector nu, is de vervangingsvraag tot 2020 2.365 fte, te weten: 790 fte mbo, 1.000 fte hbo en 575 fte wo. De uitbreidingsvraag bedraagt nog eens 2.600 fte namelijk: 400 fte mbo, 1.100 fte hbo en 1.100 fte wo. Verder blijkt uit persoonlijke interviews dat steeds meer niet-vakinhoudelijke vaardigheden van het personeel vereist worden, zoals strategisch denken, commerciële drive en kennis en vaardigheden op het gebied van ICT. Van strategische personeelsplanning is nog nauwelijks sprake in de watertechnologiesector.
Het beter en meer strategisch verbinden van vraag en aanbod lijkt cruciaal om te kunnen garanderen dat er voldoende goed opgeleide professionals beschikbaar zijn en blijven voor de sector. Vanuit het reguliere onderwijs zal het lastig zijn om invulling te geven aan de vervangings- en uitbreidingsvraag. Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een structurele samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen is cruciaal. Duidelijk is verder dat aandacht voor een leven lang leren een van de speerpunten voor de toekomst moet zijn. En dan zeker ook de ontwikkeling van de huidige medewerkers. De WaterCampus kan hierbij een belangrijke rol spelen. De samenwerkende partijen brengen onderwijs en bedrijfsleven bij elkaar en voorzien met de doorlopende leerlijn zowel in het opleiden van jong bètatechnisch talent als in het scholen van medewerkers uit de sector.